Paragrafen

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Risico's

Coronacrisis
De coronacrisis heeft de wereld op zijn kop gezet en ook in Nijmegen uiteraard het nodige teweeg gebracht. In de Voortgangsmonitor 2021 en een raadsbrief over de coronacrisis, hebben we uiteengezet welke extra kosten we in 2021 hebben gemaakt als gevolg van de corona-uitbraak, welke vergoedingen we hiervoor van rijkswege hebben gekregen en welke kosten voor rekening van onze eigen gemeente blijven. Naast deze berekeningen is er ook een aantal risico's benoemd die we in 2021 nog lopen. Dat de crisis in 2022 en waarschijnlijk volgende jaren nog effecten heeft, kunnen we wel aannemen. Welke  financiële gevolgen dat met zich meebrengt,  is hoogst onzeker. Eerlijk gezegd kunnen we hier geen enkele onderbouwde risico-uitspraak over doen. Maar géén risico opnemen, achten wij ook niet terecht. Om die reden hebben we de voor rekening van de gemeente blijvende kosten en de risico's over 2021  inzake corona, een risico becijferd op afgerond € 10 miljoen voor de komende jaren. Nu is de inschatting dat dit bedrag te hoog is. Dit schatten we in met de kennis van nu, de compensatie die we hebben ontvangen van het Rijk voor gederfde inkomsten en inzicht in de gemaakte kosten.  

Planexploitatierisico's
De coronacrisis blijft binnen de planexploitaties voor veel onzekerheid zorgen. Hoe de economie en vastgoedmarkt zich de komende periode gaan ontwikkelen is onduidelijk. Daarnaast zien we dat belangrijke factoren zoals vertragingen en stijgende bouwkosten ook (financiële) risico’s met zich meebrengen. De  parameters waarmee we de planexploitaties doorrekenen zijn opgesteld met de kennis van vandaag en zijn een zo goed mogelijke inschatting. Deze parameters zijn herijkt en worden gebruikt bij het opstellen van de VGP 2022. De risico’s voor de bestaande exploitaties zijn herzien en verwerkt.

Nieuwe planexploitatie in voorbereiding Winkelsteeg Kanaalzone
Voor het gebied Winkelsteeg bereiden we een ontwikkelvisie voor waarin de hoofdlijnen voor de gebiedsontwikkeling worden geschetst, en een grondexploitatie gebaseerd op de ontwikkelvisie. Zo krijgen de ambities uit de ontwikkelvisie ook een financiële vertaling. De ontwikkelvisie is nog onderwerp van gesprek met belanghebbenden. Ook de planexploitatie is nog in hoge mate in beweging en in bewerking. Er moet nog richting gegeven worden aan veel belangrijke keuzes als begrenzing, programma en ambities, en tempo.
Een nieuwe planexploitatie brengt risico’s met zich mee. Een eerste inschatting is dat het risicoprofiel van de grex Winkelsteeg tussen de € 50 en € 60 miljoen zal zijn. Deze risico’s zetten we uit in de tijd waarbij we uitgaan van een looptijd van 20 jaar voor Winkelsteeg Kanaalzone.

Voor een inschatting van het risicoprofiel gaan we uit van het midden van de aangegeven bandbreedte. Dit betekent voor de Winkelsteeg Kanaalzone een risicoprofiel van € 55 miljoen. Voor de uitzetting in tijd hanteren we een lineaire verdeling van de risico’s in de tijd.  Bij de stadrekening 2020 was de inschatting nog  € 30 miljoen.
Voor Winkelsteeg Kanaalzone wordt gewerkt aan een Monte Carlo risico analyse waarmee de verwachtte risico’s beter in beeld gebracht en beheerst kunnen worden. De uitkomsten van deze Monte Carlo risico analyse nemen we mee bij het voorstel voor de nieuw vast te stellen planexploitatie Winkelsteeg Kanaalzone.

Nieuwe planexploitatie in voorbereiding Stationsgebied
Ook voor het Stationsgebied bereiden we een  planexploitatie voor. Hierin nemen we de ingrepen aan de centrumzijde (openbare ruimte: verdiepte snelfietsroute, stationsplein, 2 buspleinen en vastgoedontwikkeling met nieuwe ontsluitingsweg) en de westzijde (openbare ruimte: nieuwe westentree met stationsgebouw, gebouwde verdiepte fietsenstalling, bordes, kiss and ride, nieuwe snelfietsroute, nieuwe infra, vastgoedontwikkeling) mee. Deze planexploitatie is ook nog in beweging en bewerking.
Het risico dat de planexploitatie Stationsgebied met zich meebrengt wordt momenteel op 30 miljoen geschat met een looptijd van 10 jaar.
Momenteel wordt het risicoprofiel van de al lopende planexploitatie Hezelpoort separaat vermeld. Er wordt gewerkt aan een integrale Monte Carlo risico analyse voor het Stationsgebied waar Hezelpoort onderdeel van gaat uitmaken. De uitkomsten van deze Monte Carlo risico analyse worden meegenomen bij het voorstel voor de nieuw vast te stellen planexploitatie Stationsgebied. Het risicoprofiel van de Hezelpoort wordt in de VGP 2022 niet meer separaat vermeld.

Tabel planexploitatierisico’s totaal Stadsrekening 2020 en VGP 2021 versus Begroting 2022

Project

Stadsrekening 2020 en VGP 2021

Begroting 2022

Waalsprong

28.900

                       28.900

Waalfront

3.600

                         3.600

Hezelpoort

1.500

                         3.000

Onderwijshuisvesting

2.800

                         2.400

Stationsomgeving

15.000

                       30.000

Winkelsteeg/kanaalzone (gemiddeld)

30.000

                       55.000

Overige projecten

1.300

                         1.300

Subtotaal

83.100

124.200

dempingsfactor

10%

10%

Totaal

                             74.790

111.780

Ten opzichte van de Stadsrekening 2020 is het risicoprofiel gestegen. Dit komt met name door de planexploitaties in voorbereiding Winkelsteeg Kanaalzone en Stationsgebied.

Tabel planexploitatierisico’s uitgezet in tijd
Hieronder ziet u de risico's voor 2021 tot en met 2025 in afzonderlijke kolommen. De risico's vanaf 2026 tot en met het einde van de looptijd staan in de laatste kolom. Bij het uitzetten van risicobedragen in tijd wordt de dempingsfactor van 10% achterwege gelaten, conform afspraken kadernota 2016.
De laatste risicobedragen worden voor Stationsgebied in 2030, Waalfront in 2030 en Waalsprong in 2033 verwacht. Voor Winkelsteeg Kanaalzone is de verwachting dat de risicobedragen tot 2040 gaan lopen.

Project

totaal risico

2021

2022

2023

2024

2025

latere jaren

Waalsprong

28.900

7.600

7.800

4.300

4.100

2.700

2.400

Waalfront

3.600

900

600

700

700

200

500

Hezelpoort

3.000

500

2.500

0

0

0

0

Onderwijshuisvesting

2.400

700

1.400

100

200

0

0

Stationsomgeving

30.000

1.600

3.000

6.600

5.700

5.600

7.500

Winkelsteeg/kanaalzone (gemiddeld)

55.000

2.750

2.750

2.750

2.750

2.750

41.250

Overige projecten

1.300

450

450

200

130

70

0

Totaal

124.200

14.500

18.500

14.650

13.580

11.320

51.650

Programmarisico's
Wij hebben de risico-inventarisatie in ons risicomanagementsysteem geactualiseerd. Deze inventarisatie heeft 103 geïdentificeerde risico's opgeleverd die voldoen aan de afgesproken criteria:

  • risico’s met grote financiële gevolgen,
  • waarvoor de oorzaken niet door de gemeente kunnen worden beïnvloed, of waarvoor de gemeente nog niet in staat is geweest om passende beheersingsmaatregelen te treffen om de kans of het gevolg van het risico terug te dringen.

Risico’s die al zijn afgedekt door maatregelen laten we buiten beschouwing.  Het deel van financiële risico’s dat is afgedekt door verzekeringen laten we ook buiten beschouwing.

Hieronder staat de top 10 met de belangrijkste risico’s, met in de eerste kolom een korte omschrijving van het risico en daarnaast het maximale bedrag dat het risico als nadeel in de begroting tot gevolg kan hebben en een inschatting van de kans dat het risico optreedt.

Risico’s gemeentelijke activiteiten exclusief planexploitatierisico's

Max. netto gevolg x €1 miljoen

Netto Kans %

COVID-19. We nemen een overkoepelend totaalrisico op i.v.m. de effecten van het zogenaamde Corona-virus voor de gehele organisatie.
Dit betreft de risicobenadering zoals hierboven is uiteengezet onder het kopje "coronacrisis"

5,0

30%

Gemeentefonds. De ruimte onder het plafond van het Btw-compensatiefonds valt lager uit dan wij geraamd hebben

1,9

50%

Financiering loonkostensubsidie. De overheid wil het budget van de loonkostensubsidie o.b.v. historie gaan verdelen. Nijmegen is in het verleden achter gebleven met de inzet van de loonkostensubsidie. De   kans is reëel aanwezig dat de gemeente Nijmegen minder budget hiervoor gaat ontvangen vanuit het Rijk.

0,8

80%

Jeugdzorg Woonplaatsbeginsel. Met ingang van 1 januari 2022 is het nieuwe woonplaatsbeginsel van kracht. Het huidige woonplaatsbeginsel in de jeugdwet is gebaseerd op de woonplaats van de gezagsdrager van een jeugdige. Het nieuwe woonplaatsbeginsel kent als woonplaats de gemeente waar de jeugdige stond ingeschreven direct voorafgaand aan de zorg met verblijf. Dit betekent dat onze gemeente verantwoordelijk wordt voor een nieuwe populatie jeugdigen en dat tegelijkertijd andere gemeenten verantwoordelijk worden voor een aantal van onze huidige jeugdigen.

1,5

30%

BUIG. Door Covid-19 is er een grote onzekerheid omtrent de bijstandsontwikkeling vanaf 2022 en verder. Momenteel worden bedrijven ondersteund vanuit de overheid met coronacompensatiemaatregelen. Als deze wegvallen, is het onduidelijk hoeveel bedrijven zichzelf kunnen redden. Het CPB voorspelt een stijging van de werkloosheid in 2022 naar 4,1% (in 2021 3,6%).

0,8

50%

Wmo: volumetoename Huishoudelijke Hulp (HH).

0,5

90%

De afgifte van bouwvergunningen, of de hoogte van de bouwsommen, loopt terug door veranderende wetgeving (bijv. meer vergunning vrij) en daarnaast neemt de kans op bezwaar- en beroepschriften toe. De afgifte van bouwvergunningen is afhankelijk van  conjuncturele ontwikkelingen.

1,0

50%

Databeveiliging. De verdergaande digitale vastlegging van gegevens vraagt er om alert te zijn op de risico’s die automatisering met zich meebrengt. Op basis van het vastgestelde Informatieveiligheidsbeleid werken we in 2021 verder aan de realisatie van alle te nemen maatregelen die gesteld worden vanuit de Baseline Informatieveiligheid Gemeenten (BIG). Daarnaast streven we er naar te voldoen aan de AVG  Hiertoe is er een Functionaris Gegevensbescherming benoemd en wordt Privacybeleid vastgesteld en uitgevoerd. We zoeken steeds een goede balans tussen de kerntaken van de gemeente en de privacy van de burger. Hierbij streven we naar transparantie over ons handelen en de achtergronden daar van. Welke risicovolle gebeurtenissen worden zoal onderkend:
•   Het ontstaan van schade aan of verstoring van het terrein en de data van de organisatie, bedrijfsmiddelen en onderbreking van de bedrijfsactiviteiten als gevolg van het feit dat onbevoegden  toegang krijgen tot de fysieke of logische omgeving;
•   Verlies, schade of diefstal van apparatuur en/of data;
•   Het ontstaan van fysieke bedreigingen en gevaren van buitenaf;
•   Verlies, schade of diefstal door nalatigheid of opzettelijk misbruik van
panden, apparatuur en data in het bezit van de gemeente;
•   Externe leverancier voldoet niet aan de contractueel vastgestelde kwaliteits- en veiligheidseisen. Uitbreiding onderwijshuisvesting van een aantal specifieke scholen nodig door groei aantal leerlingen tegen de landelijke ontwikkeling in.

1,0

50%

Jeugdzorg. Financieel risico i.v.m. open einde regeling. Het aantal jongeren dat gebruik maakt van intensievere trajecten stijgt.

1,0

50%

Wmo hulpmiddelen: Fors hogere tarieven nieuwe leverancier en snellere uitfasering oude leverancier. Sinds juni 2020 is er een nieuwe leverancier voor hulpmiddelen. De oude leverancier die een veel goedkoper tarief had, faseert zijn bestand uit in 4 jaar. De kans bestaat dat deze uitfasering sneller gaat, waardoor de kosten niet geleidelijk, maar sneller zullen toenemen (nieuwe leverancier plaatst nieuw hulpmiddel tegen een veel hoger tarief).

0,3

90%

Onder ‘kans’ schatten we hoe groot de kans is dat het risico zich voordoet. De cijfers in deze twee kolommen kunnen niet zomaar vermenigvuldigd worden. Op basis van de geschatte kans en het financiële risico na toepassen van beheersmaatregelen, voert het risicomanagementsysteem Naris een statistische analyse uit. Op grond daarvan kunnen wij met een redelijke mate van zekerheid beoordelen of ons weerstandsvermogen toereikend is om deze risico’s op te kunnen vangen.

Als een risico zich daadwerkelijk voordoet, proberen we eerst de directe effecten in de lopende begroting op te vangen, voordat we een beroep doen op de saldireserve. Bij een zekerheidspercentage van 80% komt uit de Monte Carlo-simulaties, uitgevoerd in het risicomanagementsysteem, een risicoprofiel van € 10,1 miljoen. Hierbij houden we rekening met beheersmaatregelen. Dat is lager dan bij de Stadsrekening 2020, toen we bij 80% op € 14,9 miljoen uitkwamen. De verlaging van het risicoprofiel is vooral gelegen in het risico rondom corona. Bij de Stadsrekening 2021 voeren we weer een actualisatie uit van alle risico’s.

Gemeentefonds
Een belangrijke inkomstenpost voor de gemeente is de gemeentefondsuitkering vanuit het rijk. Deze uitkering is gebaseerd op een aantal parameters, zoals bijvoorbeeld de inwoneraantallen en oppervlakte van gemeenten, maar ook op de rijksuitgaven (de "trap op-trap af systematiek") en de ruimte onder het BCF  (Btw CompensatieFonds).
Ieder jaar blijkt dat de definitieve vaststelling van de gemeentefondsuitkering afwijkt van de verwachting. Deze afwijking kan zowel positief als negatief zijn. Bij ieder Planning en Control (P&C) document herijken we het bedrag van de uitkering en passen we de begroting aan.

Herverdeeleffect gemeentefonds
Vanaf 2023 wordt het gemeentefonds herverdeeld. Daarbij wijzigt de totale omvang van het gemeentefonds niet, maar komt er een andere verdeling over gemeenten.   In februari van dit jaar zijn de eerste, voorlopige resultaten van het nieuwe verdeelstelsel bekendgemaakt en deze zijn in augustus herzien. Uit deze eerste berekeningen blijkt het effect voor Nijmegen positief te zijn. Volgens de huidige planning ontvangen de gemeenten in de meicirculaire 2022 informatie over de gemeentefondsuitkering op basis van de nieuwe verdeelmodellen. In aanloop naar die circulaire is er ruimte voor inspraak en advies. Pas dan weten we het werkelijk financieel effect voor Nijmegen.

Extra middelen voor gemeenten voor jeugdhulp 2021
Voor Jeugd zijn in de meicirculaire 2019 extra middelen toegekend voor de jaren 2019 tot en met 2021. Daarnaast heeft het kabinet met de VNG afgesproken een onderzoek uit te (laten) voeren naar of, en zo ja in welke mate, gemeenten vanaf 2022 structureel extra middelen nodig hebben.  
In de voorjaarsnota heeft het rijk, incidenteel voor 2021, €613 miljoen beschikbaar gesteld voor acute problematiek in de jeugdzorg. Een deel van € 120 miljoen wordt verstrekt in de vorm van specifieke uitkeringen, bijvoorbeeld voor de jeugd GGZ. De overige compensatie van €493 miljoen is aan gemeenten verstrekt via het gemeentefonds om bijvoorbeeld wachtlijsten tegen te gaan. In de meicirculaire 2021 betrof dat €438 miljoen, het restant van € 55 miljoen volgt in komende septembercirculaire.  Deze compensatie komt bovenop de eerder toegekende compensatie.

Extra middelen voor gemeenten voor jeugdhulp 2022
Na het verschijnen van de meicirculaire 2021 vond er een overleg plaats tussen het kabinet en de VNG over de uitspraak van de arbitragecommissie over de extra compensatie voor de jeugdzorg. De uitkomst van het overleg is dat het huidige kabinet in komende miljoenennota, boven de eerder toegekende middelen, landelijk nog ongeveer €1,3 miljard extra beschikbaar stelt aan gemeenten voor 2022.  Afspraken over in welke vorm deze middelen worden verstrekt, hoe ze verdeeld worden en over de toekomstige jaren worden overgelaten aan het nieuwe kabinet.

Ruimte onder het BCF-plafond
Het BCF (Btw Compensatie Fonds) en het gemeentefonds zijn communicerende vaten. Dat wil zeggen dat het bedrag dat in het BCF overblijft nadat alle aanspraken zijn verrekend, wordt toegevoegd aan het gemeentefonds. Tot 2019 werd dit bedrag opgenomen in de meicirculaire en toegevoegd aan de begrote uitkering gemeentefonds van het rijk. Vanaf 2019 wordt dit bedrag niet meer geraamd, maar alleen nog uitgekeerd op realisatiebasis. In de begroting hebben wij in de verwachte uitkering in de ruimte onder het BCF-plafond geraamd overeenkomstig het standpunt van de provincie, het ministerie van Binnenlandse zaken en de Vereniging Nederlandse Gemeenten. Het risico bestaat dat die ruimte niet geheel tot uitkering komt, evenals dat wij een risico lopen op afwijkingen tussen realiteit en aannames van de overige parameters.

Vennootschapsbelasting (landelijk verschil van mening tussen de Belastingdienst en de gemeenten)
Met ingang van 2016 zijn gemeenten vennootschapsbelastingplichtig. Wij hebben onderzoek gedaan naar de verplichtingen die hiermee samenhangen. Op de eerste plaats moesten we beoordelen of de gemeente door de 'ondernemerspoort' komt. Daarvoor is bepalend of gemeentelijke activiteiten mogelijkerwijs winst met zich meebrengen. De conclusie is dat de parkeervoorzieningen, de vastgoedtak en de activiteiten van het  Ontwikkelbedrijf niet winstgevend zijn.  Eind 2019 heeft de belastingdienst een vragenlijst gestuurd over de reclame-activiteiten van de gemeente Nijmegen. Het standpunt van de Belastingdienst daarover is dat met de reclameactiviteiten een onderneming wordt gedreven.
De gemeente Nijmegen en andere gemeenten delen dit standpunt niet. De gemeente Nijmegen heeft om die reden advies ingewonnen bij een deskundige uit Den Haag.Deze deskundige vertegenwoordigt de gemeente Nijmegen in dit dossier. De gemeente Nijmegen heeft uitstel van aangifte over het jaar 2016 aangevraagd omdat in het najaar verschillende proefprocedures over dit dossier volgen.Uit de uitspraken moet duidelijk worden of de gemeente Nijmegen (en andere gemeenten) voor dit bedrijfsonderdeel vennootschapsbelasting moet afdragen.

Deze pagina is gebouwd op 05/24/2022 10:18:41 met de export van 05/24/2022 09:28:00