Financiële begroting

Financiële spelregels

Aan het begin van deze bestuursperiode zijn onderstaande financiële spelregels vastgesteld.

Structureel sluitende begroting
De meerjarenbegroting moet structureel sluitend zijn.

Behoedzame en reële ramingen
Bij het begroten gaan we uit van behoedzame en reële ramingen. De raming van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds voor een begrotingsjaar baseren wij op de Meicirculaire van het voorafgaande jaar.

Bij de begrotingsbehandeling informeren wij de raad over de effecten uit de Septembercirculaire, zodat de raad hier rekening mee kan houden.  

Indexering
We hanteren het uitgangspunt dat de prijspeilaanpassing budgettair neutraal verloopt. De lastenuitzetting wordt betaald uit de prijspeilaanpassing van het Gemeentefonds en het verhogen van gemeentelijke tarieven. Ieder jaar verwerken we de prijsstijgingen in de begroting, door de bedragen in de begroting te indexeren. We gebruiken daarvoor de volgende indicatoren uit het Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal Planbureau

(CPB):

  • de gemiddelde prijsmutatie van door de overheid aangekochte goederen en diensten;
  • de gemiddelde salarisontwikkeling binnen de overheid;
  • de ontwikkeling van sociale premies en pensioenbijdrage voor de werkgever en
  • de Consumentenprijsindex (CPI) als maat voor de geldontwaarding, die wordt bepaald door kostenstijgingen en kostendalingen over alle sectoren van de economie.

Op basis van deze cijfers uit het CEP bepalen we indexeringspercentages voor de loonsom, voor de materiële lasten, voor de subsidies en voor de gemeentelijke tarieven.
De indexeringspercentages van de loonsom en de materiële lasten bepalen we op basis van bovenstaande objectieve indicatoren van het CEP. We houden daarbij rekening met de verwachte kostenontwikkeling van het begrotingsjaar (t) en een eventuele nacalculatie over het voorafgaande jaar (t-1) van het CEP.
Voor het bepalen van het indexeringspercentage voor subsidies hanteren we standaard een mengpercentage. Dit mengpercentage is gebaseerd op de index van materiële kosten en de index voor de loonsom in de verhouding een derde – twee derde.

 De gemeentelijke OZB-inkomsten waarop de tarieven zijn gebaseerd, laten we jaarlijks toenemen op basis van de gemeentelijke kostenstijging. Ook hiervoor hanteren we het mengpercentage een derde index materiële kosten en twee derde index loonsom. De uitwerking van deze uitgangspunten vindt jaarlijks plaats bij de vaststelling door de gemeenteraad van het financieel begrotingskader bij de Zomernota.  

Structurele uitgaven worden structureel gedekt
Tegenover structurele uitgaven kunnen geen incidentele inkomsten of incidentele meevallers staan. Uit de post ‘Onvoorzien’ worden géén structurele uitgaven gedaan. Deze post is bedoeld voor incidentele en uitsluitend eenmalige (a-structurele) zaken die geen uitstel dulden en waarin de reguliere begrotingsposten niet voorzien. De raad heeft het budgetrecht en beschikt derhalve over deze post, op voorstel van het college.

Tegenvallers binnen programma’s opvangen
Tegenvallers door hogere lasten of lagere baten moeten door verlaging van lasten binnen programma’s worden opgevangen. De inzet van hogere baten wordt integraal afgewogen. Als principe hanteren we dat leges kostendekkend moeten zijn.

Integrale afweging
De Zomernota gaat in op de afwijkingen van het lopend boekjaar. Hierin is in beginsel geen ruimte voor voorstellen voor nieuwe beleid in het lopend boekjaar, tenzij zonder dat beleid de risico’s voor de stad te groot zijn of omdat er op dat moment aan externe verplichtingen voldaan moet worden die geen uitstel kunnen dulden.  

De Zomernota gaat ook in op de ontwikkeling van de financiële beleidsruimte en de wensen voor nieuw beleid voor de komende begrotingsperiode. De raad inventariseert de wensen en maakt vervolgens hierop een integrale afweging.  
Bij de Stadsbegroting in het najaar vindt besluitvorming en inpassing in de begroting plaats; er is dan slechts ruimte voor kleine bijstellingen.  
Via Slotwijziging en Jaarrekening worden geen besluiten genomen over het uitvoeren van nieuw beleid.

Oud voor nieuw
In geval het college of de raad een voorstel doet om extra geld uit te geven op een ander moment dan bij de integrale afweging, moet solide dekking worden aangewezen. Tenzij er sprake is van externe dekking, moet in het voorstel aangegeven worden welk bestaand beleid moet worden geschrapt of verminderd. Een beroep op de saldireserve, een verwacht positief rekeningsaldo of een waarschijnlijk begrotingsoverschot is geen acceptabele dekking.
De raad kan richtinggevende opdrachten geven aan het college om bij de voorbereiding van de begroting rekening te houden met belangrijke wensen ten aanzien van beleidsprioriteiten en de financiële inpassing daarvan.

Investeringen
Bij de investeringen maken we onderscheid in specifieke investeringen, investeringen met eigen dekking en bulkinvesteringen. Bij de planning van specifieke investeringen houden we rekening met een onderzoeksfase, voorbereidingsfase en een realisatiefase. Bulkinvesteringen zijn jaarlijks terugkerende budgetten voor bedrijfsinvesteringen, aanpassingen in gemeentelijke accommodaties en woonomgevingsverbeteringen. Uitgangspunt voor het investeringsvolume is een constant kapitaallastenniveau in de exploitatie (programma’s) en de jaarlijkse toevoegingen uit de areaalontwikkeling.  

Reservepositie
De saldireserve is de algemene risicobuffer van de gemeente.

Twee keer per jaar - bij jaarrekening en begroting - wordt de noodzakelijke omvang van de saldireserve op basis van een actuele risico-inventarisatie en risicoweging beoordeeld en zo nodig aangepast. Er is geen bovengrens van de saldireserve afgesproken.

Wijzigingen binnen financiële kaders
We hebben oog voor financiële risico’s en gaan behoedzaam om met financiële mee- en tegenvallers. Daarom blijven wij ons inspannen om ons bestaande financiële beleid zorgvuldig na te leven. Dat houdt een kostenbewuste houding en bijbehorend gedrag in.  Daarmee ontstaat ook de mogelijkheid voor het college om alle niet-geprognotiseerde voordelen expliciet te beoordelen, zodat wij de bewuste en integrale afweging kunnen maken om deze voordelen ofwel in te zetten ter compensatie voor niet-voorziene nadelen, ofwel om ze in te zetten voor (onvoorziene) knelpunten.  

Om de Saldireserve voldoende op niveau te houden, gaan we aan het einde van het jaar zeer behoedzaam om met voorstellen voor een tweede winstbestemming.

Als de financiële kaders door belangrijke gebeurtenissen of omstandigheden substantieel wijzigen (in acute omvang of in zijn structurele doorwerking), maakt het college een afweging - of - en - zo ja, hoe - de uitvoering van het coalitieakkoord zijn vervolg kan krijgen en consulteert daarover de raad.  

Rijksmiddelen sociaal domein beschouwen we als algemene middelen
Rijksmiddelen sociaal domein beschouwen we als algemene middelen. Als het gaat om veranderingen van de inkomsten dan komt dit ten laste of ten gunste van de algemene middelen. Bij de integrale afwegingsmomenten wordt vervolgens gewogen hoe met deze financiële mutatie om te gaan waarbij natuurlijk ook kan worden besloten om deze alsnog (deels) door te vertalen naar het programma. Dit geldt voor de middelen die nu nog onder de Integratie Uitkering Sociaal Domein vallen en de uitkering BUIG die we van het Rijk krijgen.  

Deze pagina is gebouwd op 05/24/2022 10:18:41 met de export van 05/24/2022 09:28:00